2014: De Doorbraak van de Colorist
Wanneer comics besproken worden gaat het in eerste instantie over het tekenwerk en het verhaal. Daarna praten mensen vaak over de schrijvers en tekenaars. Niemand heeft het eigenlijk over de inkleurders/coloristen. Als er een gebied is dat de laatste jaren een stevige ontwikkeling heeft doorgemaakt, dan is dat wel de inkleuring.
In 2014 brak de colorist definitief door. Nu ja, bij veel uitgeverijen was de colorist al doorgebroken. Marvel deed het al een tijdje, maar in de zomer van 2014 maakte ook DC Comics via de pers bekend dat ze coloristen vaker covercredits zouden gaan geven en dat ze zelfs in aanmerking komen voor incentives-betalingen (een vorm van royalties die makers krijgen wanneer hun titels bepaalde verkoopcijfers halen). Waarom was dit nieuws? En hoe is de rol van de colorist gegroeid?
Van de jaren dertig tot aan het einde van de jaren tachtig werden comics vaak ingekleurd op de productieafdelingen van de uitgeverijen. Er werden films geschoten van de pagina’s in verschillende rasterpatronen. Deze films werden vervolgens ingekleurd door coloristes en voorzien van speciale Pantonecodes zodat de drukker een idee had hoe de pagina er ongeveer zou moeten uitzien. Zeker in de beginjaren van de comics was dit nogal spannend omdat de boekjes werden gedrukt op inferieur papier, waardoor kleuren konden verlopen of er soms anders uitzagen in het afgewerkte product (zo is Marvel’s Hulk groen geworden omdat zijn oorspronkelijke grijze huidskleur steeds een andere tint vertoonde op de pagina, groen was nu eenmaal vaster van kleur). Bij het inkleuren kwam verder weinig creativiteit kijken. Het ging er, simpel gezegd, om dat personages van elkaar te onderscheiden waren en er een verschil was tussen dag en nachtscènes.
Pas in de jaren zeventig en tachtig stonden er enkele coloristes op die een verschil gingen maken. DC had in Tatjana Wood en Adrienne Roy twee dames die meer deden dan louter productiewerk. Ze hadden een kunstopleiding achter de rug en waren bekend met schildertechnieken. Ze durfden het aan om eigen keuzes te maken wanneer een scène daar beter van zou worden. Bij Marvel werkte op dat moment Glynis Oliver-Wein voor wie hetzelfde gold. Ze was ook de eerste coloriste die daar erkenning voor kreeg bij haar collega’s. Jim Starlin probeerde haar, waar mogelijk, op zijn titels te krijgen en Chris Claremont ging zover om haar uit eigen zak te betalen om haar op Uncanny X-Men te behouden.
In de jaren tachtig kwamen ook bepaalde dingen in een stroomversnelling. Amerikaanse uitgeverijen gingen, na het zien van het Europese geweld in magazines als Heavy Metal, werken met betere drukpersen. De Europeanen maakten gebruik van een breder kleurenpalet dan op dat moment mogelijk was in de Amerikaanse stripindustrie. Men wilde deze achterstand om tal van logische redenen inhalen.
De komst van betaalbare computers, en het fenomeen desktop publishing, was natuurlijk belangrijk. Maar pas tegen het einde van de jaren tachtig gingen computers ook op het gebied van inkleuring een rol spelen. Een inkleurder genaamd Steve Oliff zette een computer in om de eerste Amerikaanse editie van Akira in te kleuren. Indertijd nog een lang moeizaam proces omdat pc’s nog niet zo optimaal waren uitgerust om grafisch werk te doen. Maar het resultaat was er zeker naar. De kleurenversie van Akira verscheen van 1988 tot 1996 onder Marvel’s Epic-label en geldt nog steeds als het schoolvoorbeeld van een goede kleurjob met de computer. Wanneer er een kleurenversie van Akira verschijnt dan is dat in 9 van de 10 gevallen gebaseerd op het werk van Oliff.
Aan het einde van de jaren negentig kregen coloristen meer en meer een eigen gezicht. Namen werden gelinkt aan bepaalde jobs en je kreeg cultussen rond mensen als Dave Stewart, Richard Isanove en Laura Depuy (tegenwoordig Laura Martin). Mensen wiens werk onmiskenbaar was gelinkt aan populaire titels. Hun kleuren gaven het tekenwerk net even iets extra’s.
In de jaren 00 stond er een nieuwe generatie aan coloristen op. Ze waren allemaal getraind als artiest, maar kozen om diverse redenen voor een loopbaan als colorist. Ze wisten niet alleen hoe je moest werken met programma’s als Adobe Photoshop, maar konden door hun vorming als artiest ook bewuste keuzes maken voor kleurenpaletten en ontwikkelden zo hun eigen stijlen. Geen enkele uitgeverij kon het zich nog permitteren om de inkleuring er even bij te doen, omdat kleur nu juist het verschil begon te maken.
Marvel sprong als eerste in dit gat en begon exclusieve contracten aan coloristen uit te delen. Ze kregen steeds vaker covercredits en mochten zelfs meedelen met incentives. Een gebruik dat overigens ook doorgang vond bij veel comicbookmakers bij Image Comics. Zij investeerden vaak eigen geld in hun titels en een mooi kleurtje kan bepalend zijn voor een eventueel succes.
DC Comics bleef nog even achter. Ze besteedden minder aandacht aan hun coloristen waardoor de grote jongens hen vaak links lieten liggen. Het zorgde er ook voor dat veel van hun output in de laatste vier-vijf jaar hetzelfde oogde. Uiteindelijk is men ook daar wakker geworden. Na intensief lobbywerk van een aantal tekenaars (gecombineerd met de realiteit dat grote namen in het vak hen links lieten liggen) hebben zij ook de colorist geaccepteerd als een integraal onderdeel van een comic.
Wie zijn jullie favorieten?
Comments
Killian

Ow makkelijke keuzes!
-Jordie Bellaire: heeft die nog wel een leven als je telt hoeveel comicszij wel inkleurt?
-Dean White: leverde fantastisch werk op Rick Remender’s Uncanny X-Force. Zeer persoonlijke stijl met de extra highlight arceringen. En nog steeds de meerwaarde op het Black Science team. Al kan je argumenteren dat hij misschien wat overboard gaat.
-Daniel Acùna: de echte nieuwe generatie van artists. Van lijnen tot kleuren met een moderne Kirby feel. Heerlijk.
-Matt Hollingsworth: kan echt een penciler’s persoonlijke stijl in de verf zetten (pun intended).
-Rafael Albuquerque: Ook een voorbeeldje van de all-in one artist!
-Dave Stewart: check B.P.R.D.
….
Vroeger keek ik er echt niet naar maar nu heb ik wel respect voor het harde, soms roemloze, werk deze titanen leveren.
Colorists hebben bij Marvel steeds een credit gekregen dus…!
Dat staat ook in de tweede alinea. :-)
Uiteraard de namen die Ctulu ook vermeldt, net als Laura Martin op Astonishing X-Men, Authority et al.
Ik vind JF Beaulieu op Scottie Young super.
Dave Stewart trekt elke art job naar een hoger niveau. Hij past zich ook elke keer perfect aan de verschillende stijlen aan, kijk naar Cary Nord Conan, Hellboy, zijn kleuren voor Gene Colan…
Lee Loughridge heeft een vlakkere methode, maar zeker in een aantal Vertigo jobs zoals Hellblazer en Human Target zorgde hij voor de perfecte sfeer. Op Deadly Class verricht hij ook knap werk.
Darrin Moore, de colorist van Day Men complementeert Stelfreeze ook perfect en zo zijn er nog een hoop: Justin Ponsor op Ultimate Spider-Man, Bettie Breitweiser en Frank D’Armata kunnen er ook wat van, ook al is die laatste wat minder veelzijdig, Steve Hamaker die Bone inkleurde, Nathan Fairbairn op Seconds, Frank Martin die eye-popping werk verrichtte op Thunderbolts ten tijde van Jeff Parker/Kev Walker/Declan Shalvey ik kan bezigblijven.